Gezichtsontwikkeling en ademhaling

De manier waarop wij ademen, kauwen en slikken veroorzaakt asymmetrie in ons gezicht en mogelijke vernauwing van de luchtwegen.
 

Het bot in de bovenkaak (maxilla) geeft het gezicht zijn vorm

Het bovenste kaakbeen (de bovenkaak) is een groot bot dat in het midden van het gezicht zit en loopt van de tanden tot aan de ogen en bepaalt dus grotendeels het uiterlijk van het gezicht.

Een veel voorkomend gevolg van mondademhaling (ademhaling door de mond in plaats van door de neus) is dat het bovenkaakbot naar beneden en naar achteren groeit in plaats van naar voren en opzij, met als gevolg een smalle bovenkaak en een smal gezicht.

Aangezien de bovenkaak 85% van de neusgaten omvat, leidt een onderontwikkelde bovenkaak tot meer vernauwde neusgaten. Zo ontstaat een vicieuze cirkel, waarbij het steeds moeilijker wordt om door de neus te ademen.

De tong beïnvloedt de vorm van de bovenkaak

Een goed ontwikkelde bovenkaak heeft een breed gehemelte en een lage boog. De natuurlijke rustplaats van de tong ligt tegen het gehemelte, waar de tongpunt achter de voortanden rust. De tanden ontwikkelen zich rond de tong en de bovenkaak ontwikkelt zich naar voren en opzij, gestimuleerd door de positie van de tong achter de tanden en tegen het gehemelte.

Bij mondademhaling ligt de tong in het midden van de mond, of beneden in de mondholte om lucht door de mond naar binnen en naar buiten te laten stromen, wat een negatief effect heeft op de ontwikkeling van het bot in de bovenkaak.

In plaats van U-vormig wordt het gehemelte meer V-vormig, waardoor door ruimtegebrek er minder plek is voor de tanden. Dit leidt er ook toe dat de tanden en kiezen niet goed op elkaar aansluiten bij het bijten, met slijtage van het gebit als gevolg.

De tong en lippen beïnvloeden de stand van de tanden

De tong is een van de sterkste spieren in ons lichaam. Ook de wangen en lippen bevatten sterke spieren. Elke dag slikt een mens ongeveer tweeduizend keer. Als we normaal slikken is alleen de tong actief. Die rust al tegen het gehemelte, en als we slikken drukt hij er tegenaan, waardoor de bovenkaak wordt gestimuleerd.

Als we bedenken dat de krachtige tong elke keer dat we slikken met een kracht tot een halve kilo tegen het gehemelte duwt, zien we dat de bovenkaak in de loop van een dag met de druk van heel wat kilo's wordt gestimuleerd.

De spieren in de tong, wangen en lippen bepalen de stand van de tanden in zowel de boven- als de onderkaak. Deze spieren werken op dezelfde manier als een beugel: de lichte druk die gedurende langere tijd wordt uitgeoefend, heeft het vermogen een tand te verplaatsen.

Bij verkeerd slikken gebruiken we meer spieren dan alleen de tong, en wordt de kracht van de tong ergens anders op gericht in plaats van tegen het gehemelte.

Dit leidt niet alleen tot onderprikkeling van het gehemelte en een vollere bovenkaak, het kan ook de stand van alle tanden negatief beïnvloeden, wat kan resulteren in scheve tanden.

Kauwen om je bovenkaak te laten groeien en je luchtwegen te verbeteren

Onze oude voorouders kauwden uren per dag, elke dag. En omdat ze zoveel kauwden, werden hun monden, tanden, kelen en gezichten breed en sterk en uitgesproken. Voedsel in geïndustrialiseerde samenlevingen is zo bewerkt dat er nauwelijks gekauwd hoeft te worden. Het is een van de redenen waarom velen van ons tegenwoordig snurken, waarom onze neuzen en luchtwegen verstopt zijn, waarom we sprays, pillen en chirurgische ingrepen nodig hebben, alleen maar om een beetje frisse lucht te krijgen.

De manier waarop we het signaal geven om meer bovenkaakbot te bouwen is door de kauwspier in te spannen, door de achterste kiezen steeds weer vast te klemmen, ook wel kauwen genoemd. Hoe meer we 'knagen', hoe meer cellen we vrijmaken, hoe meer botdichtheid en groei we teweegbrengen, hoe jonger we eruitzien en hoe beter we ademen.
 

Start je 7 dagen free trial nu!

Let’s make it happen
Meld je nu aan!
Renewmyday uses cookies to ensure that we give you the best experience on our website.
Change